Ik wou dat ik eerder had geweten, dat aanpassen totdat je breekt.
Verbleekt door het aanzien, wat had kunnen zijn.
Mezelf niet had verweten, dat ik brak tot ik mezelf pas echt zag.
Ik zag dat breken, mezelf liet spreken.
En dat ik onder het puin, de tuin van groei vond.
Waarin ik leerden mezelf te ontdoen van dingen die er niet hoorden.
En alles weg haalden wat mij van rust verstoorden.
Daar in het zand, maakten ik gaten en kuilen.
Om gedachtes en gevoelens in te verschuilen.
Maar tijdens het huilen, van pijn. Begon iets te bloeien.
Heel klein, en kwetsbaar.

Het was het gebaar van vernieuwing.
Een kans om vanuit het verscholen deel, weer heel te raken.
Mezelf te vergeven, en mijn wortels een nieuw leven te bieden.
Ik koos ervoor een zaadje te planten, en veranderende van richting.
Ik wou dat ik eerder had geweten, dat aanpassen tot je breekt.
Verbleekt bij het aanzien, van verlichting.
En dat wanneer je open breekt, je hart pas echt spreekt.
Auteur:
@marissa van gils
Geef een reactie